Wie is Zuidoost? Wíj zijn Zuidoost! Daarom zetten we iedere week een Zuidoost bewoner in het licht. Vandaag: Nelleke Brandenbarg

Wie ben je en hoe lang ben je al in Zuidoost?
Ik ben Nelleke Brandenbarg en ik woon in Zuidoost sinds 1978. Al 47 jaar dus, het grootste deel van mijn leven. Opgegroeid in het oosten van het land en na twee jaar als piepjonge onderwijzeres in Utrecht gewoond en gewerkt te hebben, solliciteerde ik naar een baan in Amsterdam Noord en vond woonruimte op een zolder in de Kinkerbuurt. Leuke collega’s had ik daar in Noord en eentje vond ik méér dan leuk. Dat was gelukkig wederzijds en al na heel korte tijd woonden we samen, nadat mijn hospita dit had voorgesteld met de opmerking: ‘Die jongen is hier zo vaak, waarom komt ‘ie hier niet wonen?’

We verhuisden al vrij snel daarna naar een kleine benedenwoning aan de overkant, die onbewoonbaar verklaard zou worden. Anders hadden we als jonkies natuurlijk nooit een benedenwoning gekregen. We trouwden, kregen een kind en met een ondernemende peuter werd ons huisje wel érg krap. We besloten in maart 1978 de sprong te wagen en verhuisden naar Develstein. Wat een ruimte, binnen én buiten! En net als in ons straatje in de Kinkerbuurt hadden we ook daar fijne buren. Maar toen we kans maakten op een benedenwoning met tuin in de gloednieuwe wijk Nellestein, hebben we geen moment geaarzeld. In dat huis wonen we nog steeds, nu al 45 jaar.

Wat betekent Zuidoost voor jou?
Als bewoner wil ik hier nooit meer weg. Ik voel me thuis en toen ik nog werkte merkte ik vooral in de zomer hoe fijn het is om na een drukke dag op station Gaasperplas uit de metro te stappen en thuis te komen in de rust en het groen.

Ook voor mijn werk heb ik veel plezierige tijd doorgebracht in Zuidoost. In de jaren waarin ik werkte als dramadocent heb ik op meerdere basisscholen en op twee van de drie VO-scholen samengewerkt met leerkrachten, docenten Nederlands en mentoren. Begin deze eeuw kwam ik als trainer en coach in de Voor- en Vroegschoolse educatie ook over de vloer bij kinderopvang-locaties.

Wat is je favoriete plek in Zuidoost en waarom?
Buiten ben ik graag, al dan niet met m’n camera, in het Gaasperpark of loop ik een rondje Gaasperplas. Van het uitzicht vanaf de oevers van de plas geniet ik telkens opnieuw. Onze eigen tuin is in het voorjaar en de zomer mijn meest favoriete plek om te zitten. En een favoriete plek binnen is het Bijlmerparktheater, bij een zondagochtendconcert van Bijlmer Klassiek. Keer op keer een verrassing, zoals kortgeleden de ode aan pianiste-componiste Majoie Hajary.

Wat is je mooiste herinnering hier?
Uit zoveel jaar wonen in Zuidoost zijn er veel herinneringen die als mooiste in aanmerking komen. Ik kies er daar eentje van. Kort voor onze verhuizing naar Nellestein gingen we in het weekend naar ons nieuwe huis om te kijken hoe de parketvloer de vrijdag ervoor gelegd was. Toen we aankwamen, zat de droogloop in het al eerder opgeleverde deel van het woonblok vol met bewoners, druk met elkaar in gesprek. We werden als nieuwelingen meteen uitgenodigd om kennis te maken en mee te genieten van de hapjes en drankjes. Een warm onthaal! En met die vloer was het ook dik in orde.

Welke persoon of plek in Zuidoost verdient meer aandacht? Waarom?
Mijn aandachtspunt geldt voor een groter geheel. Ik vraag van de overheid – centrale stad en stadsdeel Zuidoost – meer zorg voor het onderhoud van de leefomgeving. In onze wijk bijvoorbeeld is het onderhoud van de openbare ruimte afgeschaald, van nette verzorgde ruimte naar een soberder niveau. De gevolgen van die beslissing voor onze groene wijk zijn inmiddels duidelijk zichtbaar. Zo jammer! Bewoners van Zuidoost kunnen alleen al door de manier waarop ze met hun afval omgaan veel bijdragen aan een beter onderhoud van hun leefomgeving.

Waar ben je trots op in de buurt?
Trots ben ik op de sociale en culturele activiteiten in onze wijk. In de loop der jaren heb ik daar zelf als organisator en uitvoerder met veel plezier aan kunnen bijdragen. Hoogtepunten waren de jubilea, die volop gevierd zijn. Toen de wijk 25 jaar bestond richtten we met een groep enthousiaste bewoners voor een jaar de stichting ‘Nellestein 25 jaar’ op. We organiseerden een aantal themaweekends, waarvoor telkens een ander groepje van ons de verantwoordelijkheid op zich nam. Het meest recent was het jubileum ’45 jaar Nutstuinen’ in 2024, waarvan ik de coördinator was. Veel werk, maar zo leuk om te doen! Wel ben ik van plan het bij het 50-jarige bestaan van de wijk over een paar jaar als ‘tachtiger’ rustig(er) aan te doen.

Als jij een wens voor Zuidoost mocht doen, wat zou dat zijn?
Mijn grootste wens is dat de kinderen en jongeren van nu in Zuidoost veilig kunnen opgroeien en een zinvolle en gelukkige toekomst kunnen opbouwen. Ik ben daar soms heel somber over, als ik meemaak hoe tegenstellingen worden uitvergroot, mensen niet luisteren naar een ander en de korte lontjes zich om het minste of geringste meteen agressief gedragen.

Als je een tekst op een billboard in Zuidoost zou mogen zetten. Welke tekst zou dat zijn?
In deze periode van het jaar, met vooruitzicht op Sinterklaas en Kerst, zou dat een tekst zijn die ik kortgeleden las op internet:

The more the toy does, the less the child plays.

De speelgoedwinkels puilen uit van het van batterijen voorziene plastic speelgoed met lampjes, piepjes en bliepjes en dit speelgoed kom je elk jaar ruimschoots tegen in de reclamefolders voor de feestdagen. Kinderen hoeven alleen maar op knopjes te drukken en toe te kijken wat er gebeurt. Speelgoed waar ze hun eigen fantasie op los kunnen laten, is veel minder in trek. Maar wat is er nou leuker dan een bak met blokken of constructiemateriaal waar je zelf je fantasie op los kunt laten en telkens weer iets nieuws van kunt maken, of een spoorbaan die je telkens weer anders in elkaar kunt zetten en waar je handmatig je trein op kunt laten rijden? 

Dus: ouders, opa’s en oma’s, ga dit jaar eens op zoek naar dit type speelgoed.

Wat is één van de beste adviezen die je ooit hebt gekregen en door zou willen geven?
Dat is het advies van mijn vader om in mijn beroepskeuze mijn hart te volgen. Vooral tijdens onze zondagse autotochtjes was hij ook degene met wie ik kon praten over mijn twijfels en onzekerheden. Helaas is hij in 1970 overleden en heeft hij niet kunnen meemaken hoe waardevol zijn advies is geweest bij de keuzes die ik in mijn leven gemaakt heb.

Aan wie geef je het stokje door en waarom?
Ik geef het stokje door aan John Habibe, een twintiger die ik heb leren kennen toen zijn moeder bestuurslid werd van onze bewonersvereniging. Ik koos hem omdat hij een jonge man is met een positieve levenshouding, gezonde ambities in zijn werk en aandacht voor anderen. Mijn keuze voor hem werd mede bepaald doordat ik, inmiddels behorend tot de ouderen, graag een veel jongere generatie aan het woord laat. Ik ben heel benieuwd naar zijn bijdrage.

«