Het Joodse Bruidje

Van Gogh reist in 1885 naar Amsterdam om het net geopende Rijksmuseum te bezoeken. Op de dag van zijn bezoek schildert hij Stadsgezicht in Amsterdam (1885). Nog nat van de verf neemt hij dit schilderij mee naar het Rijksmuseum. Tijdens zijn bezoek wordt hij van zijn sokken geblazen door het Joodse Bruidje van Rembrandt. Hij noemt Rembrandt een dichter en schrijft: ‘wil je wel geloven dat ik 10 jaar van mijn leven wilde geven als ik hier voor dit schilderij veertien dagen kon blijven zitten […]’. Het bezoek van het Rijksmuseum vormt een grote inspiratie voor zijn kleurgebruik. Dat is gelijk terug te zien in de schilderijen die hij daarna maakt.

Kleur, kleur en nog eens kleur

Van Gogh reist twee jaar later naar Parijs. Geïnspireerd door de kunstenaars die hij daar ontmoet experimenteert hij volop met heldere kleuren en opvallende uitsneden. Hier schildert hij ook Oever met bomen (1887).

Fascinatie voor geel

In 1888, uitgeput van het leven in de grote stad, gaat Van Gogh op zoek naar rust én warmere kleuren en verhuist naar Arles. Die zomer schildert hij, gefascineerd door het gele rijpe graan, een serie van korenvelden, waaronder het schilderij wat nu in het Rijksmuseum te zien is.

Bruikleen

De drie schilderijen worden langdurig in bruikleen gesteld door de Amsterdamse Stichting P. en N. de Boer. In 1921 opende Pieter de Boer met zijn broer Rudolf een kunsthandel in Amsterdam. Pieter de Boer en zijn echtgenote Nellie Pressburger verzamelden ook zelf. Een van hun speerpunten was het werk van Vincent van Gogh. Over de jaren wisten ze drie schilderijen en vijf tekeningen te verwerven. Na het overlijden van zijn vrouw bracht Pieter de Boer hun privéverzameling onder in een stichting.

Gegevens

Wanneer

19 april - 29 december 2024

Openingstijden
dinsdag 09:00-17:00
woensdag 09:00-17:00
donderdag 09:00-17:00
vrijdag 09:00-17:00
zaterdag 09:00-17:00
zondag 09:00-17:00
maandag 09:00-17:00

Locatie

Rijksmuseum
Museumstraat 1
1071 XX Amsterdam

Proeven uit Madame Jeanette